Tarbes, de hoofdstad van het Fransche departement Hautes Pyrénées en van het voormalig graafschap Bigorre, ligt aan de Adour en aan den spoorweg van Bayonne naar Toulouse, welke vanhier zijlijnen uitzendt naar Bagnéres, Auch en Morcenix. Zij is de zetel van een bisschop en van een paar regtbanken, en men vindt er een lycéum, eene kweekschool voor onderwijzers, een seminarium, eene teekenschool, eene muziekschool, eene stoeterij, eene rijschool, een hippodrome, eene boekerij met 16000 deelen, een muséum en omstreeks 17000 inwoners. Tot de merkwaardige gebouwen behooren er: de hoofdkerk, gesticht op de bouwvallen van den alouden burgt Bigorra, het paleis van Justitie en de kavalleriekazerne. Er verrees een gedenkteeken ter eere van den heelkundige Larrey.
De nijverheid heeft er zich krachtig ontwikkeld; er bestaan klokkengieterijen, wolspinnerijen, verwerijen, fabrieken van wollen stoffen, vilt, papier, rijtuigen, leder enz. Deze stad droeg onder de Romeinsche heerschappij den naam van Tarba en behoorde tot Aquitania tertia en later tot Novenpopulania. Meermalen werd zij door de Gothen, Mooren en Noormannen verwoest, doch kwam als de hoofdstad van het graafschap Bigorre telkens tot nieuwen bloei. Tot 1370 was zij in handen der Engelschen en had vervolgens in den Hugenoten-oorlog veel te lijden.