Rjaesan of Rjaesanj, een Russisch gouvernement, grenst in het noorden aan het gouvernement Wladimir, in het oosten en zuiden aan Tambow en in het westen aan Toela en Moskou, en telt op 764,5 geogr. mijl ruim 1½ millioen inwoners. De Oka kronkelt er doorheen, en de grond is aan beide zijden van deze rivier zeer verschillend; in het noordelijk gedeelte is het land vlak, zandig, hier en daar moerassig en digt met bosch begroeid, — in het westelijk gedeelte daarentegen veel hooger, slechts gedeeltelijk vlak, gedeeltelijk van diepe rivierdalen doorsneden en zeer vruchtbaar.
Het grootste gedeelte van het gouvernement behoort tot de steenkolenvorming; op bergkalk vindt men er dikke lagen zand, zandsteen en gerolde steenen , in het zuidwesten met diepen, vetten, bij de Oka in leem overgaanden humus bedekt. Op enkele plaatsen ontwaart men er de Juravorming, en ver in het zuiden ziet men naast de steenkolenbeddingen de jongere Devonische vorming met hare eigenaardige versteeningen.
Rjaesan behoort gedeeltelijk tot het stroomgebied van de Oka en gedeeltelijk tot dat van de Don. In het noorden vindt men er onderscheidene meren, wier diepte allengs vermindert; de voornaamste van deze zijn het Swiatoje-, het Welikoje-, het Doebowoje- en het Kolpmeer. Uitgestrekte moerassen belemmeren er in het voorjaar het verkeer en zijn in schadelijke uitwasemingen gehuld.
Voor ’t overige is het klimaat er gezond, de gemiddelde jaarlijksche temperatuur 4,6° C. en de hoeveelheid regen 53,2 Ned. duim. De graanoogst levert er meer dan noodig is voor de behoefte der inwoners. Ook verbouwt men er veel aardappelen, vlas, hennep, tabak, hop, mangelwortels enz.
Wild in de bosschen en visch in de rivieren is er overvloedig voorhanden, en het rijk der delfstoffen levert er steenkolen, ijzererts, molensteenen, kalksteen en potklei. Van de geheele oppervlakte is 55,7% bouwland, 16,6% weiland, 16,7% bosch en 14% woest land. De veeteelt is er in het zuiden van veel belang; in 1872 had men 382000 paarden, 366000 stuks hoornvee, 827000 schapen en 162000 zwijnen.
De voortbrengselen der nijverheid hebben er jaarlijks eene waarde van ongeveer 10 millioen roebels; daartoe behooren: spiritus, katoenen garens en katoenen stoffen, voorwerpen van gesmeed en gegoten ijzer, leder, aardewerk, wollen garens en wollen stoffen, linnen, touw enz.
De inwoners van dit gouvernement zijn meerendeels Groot-Russen, en van de 6300, welke niet tot deze behooren, zijn 5300 Tartaren en 500 Duitschers. Volgens hunne geloofsbelijdenis bestonden zij in 1870 uit 11000 Raskolniken, 1100 R. Katholieken, 261 Protestanten, 377 Israëlieten en 5236 Mohammedanen, terwijl ds overigen tot de orthodoxe Grieksche Kerk behoorden. De handel bepaalt zich hoofdzakelijk tot graan. De drukke scheepvaart op de Oka is echter na den aanleg van spoorwegen aanmerkelijk verminderd.
De evenzoo genoemde hoofdstad ligt op den hoogen regter oever van de bevaarbare Troebasj, 2 Ned. mijl van de plek, waar zij zich uitstort in de Oka, en aan den spoorweg van Moskou naar Koslow, en telt ruim 20000 inwoners. Zij is de zetel van den aartsbisschop van Rjaesan en heeft 22 kerken, 3 kloosters, 2 gymnasia, een seminarium, benevens onderderscheidene andere inrigtingen van onderwijs, eene openbare boekerij, een schouwburg en eenige instellingen van weldadigheid. Er zijn katoenweverijen, talkkokerijen, kaarsenfabrieken, bierbrouwerijen, spiritusfabrieken enz., en de handel op Moskou, vooral in graan en vee, is er van groot belang.