Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Quatremère

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij :

Antoine Chrysostôme Quatremère de Quincy, een verdienstelijk Fransch oudheidkundige. Hij werd geboren te Parijs den 28sten October 1755 en was vóór de Revolutie raadsheer in het geregtshof van ’t Châtelet. Daar hij als lid der Wetgevende Vergadering het koningschap verdedigd had, smachtte hij onder het Schrikbewind 13 maanden in den kerker, bestuurde daarna met anderen den 5den October 1795 den opstand tegen de Nationale Conventie, werd dientengevolge ter dood veroordeeld, maar ontsnapte.

In 1795 koos het Seine-departement hem tot afgevaardigde naar het Wetgevend Ligchaam en hij werd lid van den Raad van Vijfhonderd, maar hij moest na den 15den Fructidor als aanhanger der Koningsgezinde partij de vlugt nemen. Na den 18den Brumaire keerde hij terug en werd in 1800 lid van den Raad van laatstgenoemd departement, in 1803 lid van het Instituut, later secretaris-generaal van den departementalen Raad en lid der geschied- en letterkundige klassen van het Instituut, — voorts na de restauratie officier van het Legioen van Eer, koninklijk censor, intendant van kunsten en openbare gedenkteekenen en lid van den Raad van Openbaar Onderwijs. Gedurende de Honderd Dagen verloor hij laatstgenoemde twee betrekkingen; daarentegen werd hij in 1816 lid van de nieuw-ingerigte Académie, ontving eene aanstelling bij de redactie van het „Journal des savants”, werd vaste secretaris der Académie van Schoone Kunsten, in 1824 censor van tooneelstukken, en overleed te Parijs den 8sten December 1849.

Van zijne geschriften vermelden wij : „Dictionnaire de l’architecture (1786-1823, 3 dln; 2de druk 1833, 2 dln)”, — „Jupiter Olympien, ou l’art de la sculpture antique (1814)”, — „De l’imitation dans les beaux-arts (1823)”, — „Histoire de la vie et des ouvrages de Rafaël (1824; 2de druk 1833)”, — „Monuments et ouvrages d’art antique restitués (1826-1828, 2 dln)”, —„Vies des plus célèbres architectes (1830, 3 dln)”,— „Canova et ses ouvrages (1834)”, — en „Histoire de la vie et des ouvrages de Michel-Ange (1835)”. Eindelijk leverde hij nog een „Recueil de dissertations archéologiques (1838)”.

Denis Bernard Quatremère Disjonval, een verdienstelijk scheikundige. Deze, een broeder van den voorgaande en geboren te Parijs den 4den Augustus 1754, studeerde in de natuurkundige wetenschappen. Nadat hij eene katoendrukkerij te Sedan in 1786 had laten varen, vertrok hij naar Spanje en trad vervolgens in dienst der Patriotten in Nederland, maar werd door de Prinsgezinden gevangen genomen. In zijn kerker nam hij den invloed waar van het weder op de spinnen, en men meent, dat hij aan Pichegru den gestrengen winter van 1794 voorspeld heeft.

Na het herkrijgen zijner vrijheid keerde hij in 1796 terug naar Parijs, waar hij zich benoemd zag tot lid der Académie. Men maakte hem echter verdacht bij den Keizer, zoodat hij uit Parijs verbannen werd. Na de Restauratie leefde hij eerst te Marseille en vervolgens te Bordeaux, waar hij in 1830 overleed. Zijn belangrijkst geschrift is de „Aranéologie (1797)”.

Etienne Marc Quatremère, een verdienstelijk beoefenaar der Oostersche letterkunde. Hij werd geboren te Parijs den 12den julij 1782, zag zich in 1809 benoemd tot professor in de Grieksche letterkunde te Rouen, in 1815 tot lid der Académie des Inscriptions, en in 1819 tot hoogleeraar in de Semitische talen aan het Collége de France te Parijs, waar hij den 18den September 1857 overleed. Hij onderscheidde zich door eene uitgebreide en grondige kennis van de Oostersche en Westersche talen en door ongemeene scherpzinnigheid.

Tot zijne belangrijkste geschriften behooren: „Recherches sur la langue et la littérature de l’Egypte (1808)”. — „Mémoires géographiques et historiques sur l’Egypte (1811, 2 dln)”, — en „Observations sur quelques points de géographie de l’Egypte (1812)”.