Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Quassia

betekenis & definitie

Quassia is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Simarubeën. Het omvat boomvormige heesters met oneven gevinde bladeren, tweeslachtige bloemen met een gekleurden, vijfdeeligen kelk, vijf buisvormig zaâmgegroeide, min of meer tot eene spiraal gedraaide bloembladen, 10 meeldraden, 5 vruchtbeginsels op eene 5-hoekige schijf en eene openspringende steenvrucht.

De groote, roode bloemen zijn tot zijdelingsche of eindstandige trossen vereenigd. De echte quassia (Q. amara L.) bereikt eene hoogte van 4 Ned. el, groeit in Suriname en wordt in de geneeskunde gebruikt. Het hout bevat de quassiïne (C10H12O3), welke in kleur- en reukelooze zuilen kristalliseert, zeer bitter is van smaak, in alkohol, water en aether oplost, neutraal reageert, bij verwarming smelt en in de opene lucht als hars verbrandt. Zij bezit narcotische eigenschappen en is een vliegenvergif. De schors van dit hout werd eerst in 1730 naar Amsterdam overgebragt.

Wij geven hierbij de afbeelding van den stengel van deze plant en van een blad op de helft der natuurlijke grootte, — voorts in a van een stamper, in b van de basis der vruchtbeginsels en in e van een gedeelte der vrucht, alles op drievoudige grootte.

Men heeft ook Jamaica-quassiehout, afkomstig van Picrosma excelsa Planch., op Jamaïca en de Kleine Antillen groeijende.