Preveza, de hoofdstad eener liwa in het Turksche ejaleet Janina, aan den ingang der Golf van Arta, is aan de zeezijde versterkt en aan de landzijde door eene vervallene gracht omgeven. Er zijn 11 kerken, 2 moskeeën en eene kleine haven, en men heeft er een levendigen handel in olijvenolie, wol, huiden, cocons, hout en vee. Er zijn omstreeks 7000 inwoners, en de stad is merkwaardig als station der stoombooten van den Oostenrijkschen Lloyd.
Een uur gaans vandaar vindt men de ruïnen van Nicópolis, eene stad, door Augustus aldaar gesticht ter herinnering aan den slag bij Actium. Preveza werd in 1683 door de Venetianen veroverd en bleef in hun bezit tot aan den Vrede van Campo Formio (1797), toen deze stad aan de Fransche Republiek werd toegewezen. In 1798 werd zij ingenomen door Ali-pasja van Janina, maar bij den Vrede van Luneville aan Turkije afgestaan.
