Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Portalis

betekenis & definitie

Portalis. Onder dezen naam vermelden wij:

Jean Etienne Marie Portalis, een verdienstelijk Fransch regtsgeleerde. Hij werd geboren te Bausset den lsten April 1745, vestigde zich in 1766 als advocaat te Aix, zag zich in 1793 als een verdacht persoon in den kerker geworpen en was vervolgens, na den val van Robespierre op vrije voeten gesteld, in de hoofdstad als pleitbezorger werkzaam. In 1795 werd hij lid en in 1796 voorzitter van den Raad der Ouden. Met zijne redenaarsgaven ondersteunde hij de gematigde partij en bestreed de handelwijze van het Directoire. Na den 18den Fructidor werd hij tot deportatie naar Guyana veroordeeld, maar ontsnapte naar Holstein.

Na den 18den Brumaire keerde hij naar Frankrijk terug en werd door Napoleon I tot gouvernementscommissaris voor de prijsvragen benoemd. Als lid van den staatsraad, waarin hij in 1801 werd opgenomen, droeg hij bij tot de bewerking van den Code civil. Nadat hij voorts zijne krachten gewijd had aan de regeling der Kerkelijke aangelegenheden en aan het sluiten van een concordaat met den Paus, benoemde Napoleon hem in 1803 tot senator en in 1804 tot minister van Eeredienst. In die betrekking zocht hij den monarchalen regéringsvorm te bevestigen en overleed den 25sten Augustus 1807. Hij schreef: „Discours, rapports et travaux inédits sur le Code civil (1844)"’, — „Discours etc. sur le concordat de 1801 (1845)”, — en „De l’usage et de l’abus de l’esprit philosophique au dix huitième siècle (3de druk, 1833, 2 dln)”.

Joseph Marie, graaf Portalis, een Fransch staatsman en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Aix den 19den Februarij 1778, betrad de diplomatieke loopbaan, vertrok met generaal Andréossy als secretaris van legatie naar Berlijn en vervolgens naar Londen, in 1804 als gevolmagtigde naar Regensburg, en werd in 1805 secretaris bij het departement van Eeredienst, en in 1810 graaf, staatsraad en directeur-generaal der Keizerlijke drukkerij. In 1811 echter viel hij bij den Keizer in ongenade en werd uit Parijs verbannen, doch in 1813 tot president van het geregtshof te Angers benoemd, — wijders na de tweede Restauratie tot staatsraad en tot lid van het Hof van Cassatie, en in 1828 tot minister van Justitie. De partij der Jezuïeten bewerkte echter, dat hij zijne portefeuille met die van Binnenlandsche Zaken verwisselde, en nadat in 1829 Polignac aan het roer gekomen was, vergenoegde hij zich met de betrekkingen van lid van het Hof van Cassatie en van de kamer der Pairs. Hij werd in 1834 vice-president dezer Kamer, in 1852 president van den Senaat, en overleed den 4den Augustus 1858.

< >