Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Odevaere (Jozef Dionys)

betekenis & definitie

Een verdienstelijk historieschilder, geboren te Brugge den 2den October 1778, oefende zich onder de leiding van de San, behaalde den eersten prijs aan de teekenacadémie te Brugge en ging toen naar Parijs, waar hij Savée en David tot leermeesters had. In 1804 verwierf hij den grooten prijs voor de schilderkunst, werd aan Napoleon voorgesteld en vertrok met een jaargeld der Fransche Académie naar Rome, waar hij 8 jaren doorbragt en onderscheidene schilderijen vervaardigde, zooals: „De krooning van Karel de Groote” en „Paus Leo III”.

Toen hij in 1812 te Parijs was teruggekeerd, ontving hij uit de handen des Keizers de gouden medaille.

In dat jaar leverde hij er op de tentoonstelling : „De Koning van Rome op het Capitool”, — „Maria met Johannes en Maria Magdalena bij het lijk van Christus” — en „Iphigenia, bij haren vader in het leger voor Aulis aankomende”. Na de Restauratie keerde hij terug naar Brugge en werd in 1815 door koning Willem I tot hofschilder benoemd, waarna hij schilderde: „De Unie van Utrecht”, — „De slag bij Nieuwpoort”, — en „Uit den slag van Waterloo". Voorts leverde hij een aantal kleinere stukken en portretten, een groot doek, voorstellende : „De grondvesting der souvereine magt van het Huis van Oranje", — voorts: „De huldiging des Konings te Brussel”, — „De opoffering van Themistocles en de Atheniënsers voor de vrijheid van Griekenland”, — en „De laatste slag van Missolonghi”. In zijne laatste levensjaren hield hij zich bezig met een uitvoerig werk over de schoone kunsten in Italië, en overleed in Februarij 1830. Hij was ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw en corresponderend lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut.

< >