Loaseën is de naam van eene plantenfamilie met de volgende kenmerken: De kelk is aan den eijerstok vastgegroeid en heeft een blijvenden, 5-deeligen zoom; de 5 bloembladen zijn dikwijls klepvormig uitgehold en zelden vlak; het aantal meeldraden is groot en dikwijls zijn zij in bundels verdeeld, welke vóór de bloembladen staan en met onvruchtbare meeldraden afwisselen; zelden zijn er slechts 5 meeldraden; de eijerstok is éénhokkig, en de stamper draagt een gaven of verdeelden stempel; de zaaddoos is éénhokkig, eenigzins vleezig, gesloten of aan de kruin 3tot 5-kleppig, meestal veelzadig; de zaaddrager is dik en meestal tot onvolkomene scheidswanden verbreed; de zaden zijn hangend, ongemanteld, eiwithoudend en met eene regte kiem voorzien.
Deze familie omvat kruidachtige, gedeeltelijk met ranken voorziene klimgewassen met tandvormige of ingesnedene bladeren en tweeslachtige, regelmatige, alleenstaande of bijeengevoegde, eind- of hoekstandige bloemen. Men kent van deze familie 7 geslachten, die ruim 30 soorten bevatten, welke allen in Zuid-Amerika — hoofdzakelijk in Peru en Chili — groeijen. Vele soorten zijn met brandharen gewapend en dragen prachtige bloemen.
