Vrijheer Rochus von Liliencron, een Duitsch taalkundige, geboren den 8sten December 1820 te Plön in Holstein, studeerde te Kiel en te Berlijn in de godgeleerdheid en daarna in de regten, doch wijdde zich sedert 1843 hoofdzakelijk aan de beoefening der Duitsche taal en vestigde zich in 1847 als privaatdocent te Bonn. In 1848 evenwel, bij het uitbarsten van den Duitsch-Deenschen Oorlog, nam hij dienst bij een korps vrijwilligers, en niet lang daarna aanvaardde hij in zijn vaderland de betrekking van secretaris aan het bureau voor Buitenlandsche Zaken. In 1849 vertrok hij als gevolmagtigde van zijne regéring naar Berlijn, maar ontving in 1850 zijn ontslag en ging in 1852 als hoogleeraar in de wijsbegeerte naar Jena, waarna hij zich in 1855 als kamerheer en kabinetsraad naar Meiningen begaf. Van zijne geschriften vermelden wij: „Zur Runenlehre (1852)”, — „Lieder und Sprüche aus dem letzten Zeit des Minnesangs (1855)”, — en „Ueber die Nibelungenhandschrift (1856)”.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk