Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lardner

betekenis & definitie

Lardner (Dionysius), een verdienstelijk Engelsch wis- en natuurkundige, geboren te Dublin den 3den April 1793, studeerde te Cambridge in de natuur-, wis- en sterrekunde en verwierf grooten lof door de geschriften: „Treatise on algebraical geometry (1823)” en „On the differential and integral calculus (1825)”.

Daarna vatte hij het voornemen op om eene uitgebreide encyclopaedie te schrijven, of liever eene reeks van afzonderlijke verhandelingen over natuurkunde, nijverheid, kunst, letterkunde, geschiedenis enz., waaraan de voornaamste schrijvers van zijn tijd, zooals Brewster, Herschel, Walter Scott, Southey, Macintosh, Moore, Sismondi, werkzaam waren, en waarvan onder den titel van: „Lardner’s Cyclopedia” achtereenvolgens 133 deelen in het licht verschenen. Hij leverde daarin verhandelingen over mechanica (met Kater), hydrostatica, meetkunde en cijferkunde, en (met Walker) een „Manual of electricity, magnetism and meteorology (2 dln)”. Eene tweede uitgave van dit uitgebreid, maar als geheel nog zeer onvolledig werk werd in 1853 ter perse gelegd. De beweringen, door hem in zijne: „Popular lectures on the steamengine” geopperd, heeft hij later moeten wijzigen, toen de ondervinding zijn gevoelen had gelogenstraft, dat het onmogelijk was, den stoom te gebruiken tot het in beweging brengen van zeeschepen. Inmiddels was hij benoemd tot hoogleeraar in de natuur- en sterrekunde aan de universiteit te Londen, doch hij verloor die betrekking door een geruchtmakend procés, hem aangedaan wegens schaking der echtgenoote van kapitein Heaviside. Hij werd veroordeeld tot eene boete van 8000 pond sterling en zag zich genoodzaakt eerst naar Parijs en toen naar de Vereenigde Staten de wijk te nemen.

Later evenwel keerde hij naar Europa terug om er zijne geleerde nasporingen te hervatten. Behalve de geschriften: „Treatise on heat (1844)”, — „On railway economy (1850)”, — en „On the steamengine, steamnavigation etc. (1852, eene omwerking van zijne vroeger uitgegeven boek)”, levee hij een uitgebreid: „Handbook on naturalphiIosophy and astronomy (1855, 2de druk, 6 dln)”, waarin hij alle takken der natuurkennis behandelde en een der beste wetenschappelijke handboeken van onzen tijd leverde. Voorts gaf hij eene beschrijving van de wereldtentoonstelling, in 1851 te Londen gehouden, onder den titel van: „The Great Exhibition reviewed (1852)”. Zijne geschriften onderscheiden zich bovenal door duidelijkheid van voorstelling en eenvoudigheid van taal, zoodat zij in Engeland en Amerika een grooten opgang maakten. Hij overleed op eene ontspanningsreis te Napels, den 29sten April 1859.

< >