Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lambrecht (Jan)

betekenis & definitie

Lambrecht was een Vlaamsch regtsgeleerde, leefde te Brugge in het midden der 17de eeuw en schreef: „Vlaemsche Vredevreucht, naer eene pynelycke droefhejjt door den grouwelijcken oorlogh, nu verandert in een aengenaeme pejjs (1659)”, •— „Vorstelycke minnelusten en Koninklyck Bruyloftsgedicht (1651)”, — „Deuchdenlof, tot wellecomwenschinge van den doorluchtigen heer Carolus van den Bosch”, — „Wonderen der H. stadt Halle enz. (1482)”, — „Bethlehem, vertoonende den H. Kersnacht enz. (1685)”, — „Rachel ofte thonneel van oprechte lielde enz. (1662)”, — „Schoonheydts ramplot enz. (1661)”, — „Lof der bouwlust enz. (1665)”, — „Goeweke enz. (1678)”, — „Meydroom enz.” — en „Goddelycke Vrede-Iof”.

< >