Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Knalgas

betekenis & definitie

Knalgas is een mengsel van waterstof en zuurstof juist in die verhouding, waarin zij zamen water vormen. Het water nu bestaat uit 2 maatdeelen waterstof en één maatdeel zuurstof, zoodat men vóór de vermenging de gassen tot die hoeveelheden moet afmeten. Bij eene eenvoudige vermenging vereenigen zij zich niet, maar eerst bij een aanmerkelijken warmtegraad; wordt deze aangebragt, dan heeft de vereeniging plaats met eene geweldige ontploffing, — een hevige knal, waaraan het gas zijn naam ontleent.

Men kan daaromtrent proeven doen, welke niet veel gevaar opleveren, wanneer men slechts geschikte toestellen heeft. Zeer gepast is daarvoor het electrisch pistool, waarvan bijgaande afbeelding een voorstelling geeft. A is een blikken vat, hetwelk van boven eene met een kurk geslotene opening heeft. Door den wand van het vat gaat eene glazen buis, waarin luchtdigt een metalen draad ED gelegd is, aan de uiteinden voorzien met metalen bolletjes. Het binnenste bolletje nadert digt bij den binnenwand van het vat. Nu vult men het vat met knalgas en sluit het met den kurk. Laat men nu, door het voorste bolletje en den wand van het vat met eene Leidsche flesch in aanraking te brengen, eene electrische vonk van het achterste bolletje naar den wand overspringen, dan wordt hierdoor zoo sterke hitte ontwikkeld, dat met een hevigen knal de kurk uit de opening gedreven wordt.

Wanneer men voorts knalgas in eene blaas heeft, die met eene kraan gesloten is, kan men daarmede van goed zeepwater gemakkelijk zeepbellen blazen en van het mondstuk der blaas losmaken. Zij ontploffen, wanneer men met een kaarslicht tot die zeepbellen nadert. Zijn zulke proeven in het klein zonder gevaar, het wordt geheel anders, wanneer men op grootere schaal met knalgas werkt. Immers de ontploffing is dan zoo hevig, dat ligt de vaten springen en de stukken zich met geweld naar alle kanten verspreiden. Bij sommige proeven en nasporingen is intusschen het aanwenden van knalgas van groot belang. Waterstof levert bij hare verbranding eene aanmerkelijke hitte, vooral bij hare verbranding in zuurstof. Daar nu 2 maatdeelen waterstof voor hunne verbranding één deel zuurstof noodig hebben, zoo bezit het knalgas juist de verhouding, waarin de grootste warmte kan worden voortgebragt Daar men echter het knalgas niet zoo eenvoudig weg met eene kalme vlam kan doen branden, zoo heeft men hiertoe bepaalde toestellen bedacht.

Eén van deze toestellen is zóó ingerigt, dat de gassen vooraf vermengd worden, waarna men ze, bij gepaste voorzigtigheidsmaatregelen, kan aansteken. Indien men echter aan het vat enkel eene buis verbond en het uitstroomend gas aanstak, dan zou weldra de geheele gasvoorraad ontploffen. Er is evenwel een middel om zulks te verhinderen, hierin gelegen, dat men die buis naauw en lang genoeg maakt. Immers dan kan zich de temperatuurverhooging van den brander niet ver genoeg uitstrekken, om den voorraad te bereiken. Men vervaardige dan ook de buis van een slechten warmtegeleider, bijv. van porselein en geve haar eene geringe wijdte, dan zal men ondervinden, dat zij aan het oogmerk voldoet. Nog voorzigtiger is het, in het achterste gedeelte der buis een fijn metalen draadnet aan te brengen, hetwelk een scheidsmuur vormt tusschen brandend en niet brandend gas. De toestel moet voorts bestaan uit een sterk koperen vat, waarin het gas wordt zamengeperst, zoodat het bij eene opening der kraan van zelf naar buiten stroomt. — Een ander toestel levert nog veel minder gevaar op, maar verschaft tevens eene veel minder verwarmende vlam.

Het beginsel is daarin gelegen, dat men de geheele hoeveelheid der beide gassen niet vermengt vóór de verbranding, maar ze geleidelijk bijeenvoegt bij de verbranding. Dit geschiedt op de volgende wijze: Men plaatst eene dunne buis in eene wijdere, terwijl de verhouding dier wijdten zoodanig is, dat de wijdste buis — door invoeging der dunnere ringvormig geworden — dubbel zooveel gas laat uitstroomen als de naauwere. Nu verbindt men het achterste uiteinde van de wijdere buis met een vat met waterstof en dat van de naauwere buis met een vat met zuurstof. Na het openen der waterstofkraan ontsteekt men de waterstof, en nu opent men de zuurstofkraan om de zuurstof er doorheen te blazen. De warmtegraad, dien men met eene knalgasvlam bekomen kan, rijst tot 2000° C. Men kan haar derhalve bezigen om platina, goud enz. te doen smelten.

< >