Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jongeneél

betekenis & definitie

Jongeneél (Jacob), een Nederlandsch letterkundige, geboren te Rotterdam den 21sten Februarij 1831, bekleedde van 1860 tot 1868 de betrekking van predikant te Hurwenen en werd daarna hoogleeraar aan het athenaeum te Deventer. Hij schreef onder anderen: „De vogel, natuurstudiën naar Michelet (1859)”,— „Mary Seacole (uit het Engelsch, (1860)”, — „De opbouw der geschiedkunde naar den eisch onzer dagen (1868)” — „Proeven van oorspronkelijke strophenbouw in de verhalende boeken des Bijbels (1870)”, — „Cornelis Vermuyden. Eene cultuurhistorische schets (1871)”, — „Driehonderdjarig jubelfeest (1872)”, —en „De grondwet van 1848, feestrede (1873)”.

< >