Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hillebrand

betekenis & definitie

Hillebrand (Joseph), een Duitsch wijsgeer en letterkundige, geboren in 1788 te Groszdüngen bij Hildesheim, bezocht — met het doel om R. Katholiek geestelijke te worden — de académie te Göttingen, en werd leeraar aan het Josephinum in Hildesheim, Later vertrok hij als leidsman van een jeugdigen Belg naar Würzburg, en zag zich weldra benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de wijsbegeerte te Jena, alwaar hij na den dood van Hegel gewoon hoogleeraar werd. Inmiddels was hij reeds lang tot het Protestantsche kerkgenootschap overgegaan, vertrok in 1822 als hoogleeraar naar Gieszen, was in 1848 eenigen tijd voorzitter der Tweede Kamer, alwaar hij tot de volkspartij behoorde, verkreeg in 1850 het emeritaat, vestigde zich te Rödelheim, en overleed te Soden bij het Taunus-gebergte den 25sten Januarij 1871. Hij schreef: „Die Anthropologie als Wissenschaft (1822—1823, 3 dln)”, — „Lehrbuch der theoretischen Philosophie und philosophischen Propädeutik (1826)”, — „Litterarästhetik (1826, 2 dln)”, — „Universalphilosophische Prolegomena (1830”, — „Der Organismus der philosophischen Idee (1842)”, — alsmede zijn wijsgeerig hoofdwerk: „Die Philosophie des Geistes (1835, 2 dln)”, — en bovenal „Die deutsche Nationalliteratur zeit dem Anfänge des 18 Jahrh. (2de druk, 1850, 3 dln).

< >