Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Heubner

betekenis & definitie

Heubner (Otto Leonhard), een Duitsch letterkundige en staatsman, geboren te Plauen den 17den Januarij 1812, studeerde te Leipzig in de regten, toefde daarna eenigen tijd in zijne vaderstad, waar hij vooral het gymnastie-onderwijs bevorderde, en bekleedde vervolgens regterlijke betrekkingen te Freiberg. In 1848 zag hij zich afgevaardigd naar de Nationale Vergadering te Frankfort, voegde er zich bij de linkerzijde, doch trad niet op als redenaar, en legde in 1849 zijn mandaat neder, waarna hij zitting nam in de Eerste Kamer in het koningrijk Saksen. Hier was hij de leider der gematigde linkerzijde en streed er voor het grondwetgevend gezag van het Parlement te Frankfort, zoodat de Kamers zich nagenoeg eenstemmig daarmede vereenigden. Toen den SOsten April 1849 de Landdag dientengevolge ontbonden werd, verhief zich den 3

Heubner, die daags te voren naar Freiberg was teruggekeerd, spoedde zich nu op nieuw naar Dresden, waar hij gekozen werd tot lid van de voorloopige regéring. Toen voorts de opstand gedempt werd, trok hp met het grootste gedeelte zijner medestrijders naar het Ertsgebergte, waar hij met Bakoenin te Chemnitz gedurende den slaap, dien hij reeds zes dagen lang had moeten ontberen, in hechtenis genomen werd. Met anderen zag hij zich wegens hoog verraad ter dood veroordeeld, doch dit vonnis werd tot levens lange tuchthuisstraf verzacht. Nadat lip 13 maanden gedurende het procés en daarna bijna 9 jaar te Waldheim in den kerker had doorgebragt, zag hij zich in 1859, ter gelegenheid van het huwelijk van prins Georg, op vrije voeten gesteld. Gedurende zijne gevangenschap hield hij zich pverig bezig met letterkundigen arbeid en leverde eene bloemlezing uit zijne gedichten (l«te en 2de druk, 1850), — „Selbstvertheidigung (1850)”, — „Herr Goldschmid und sein Probirstein (1852)”, — „Zweihundert Bildnisse und Lebensbeschreibungen berühmter deutscher Männer (1857)”, — „Klänge aus der Zelle in die Heimath (1859)”, enz. Grooten bpval verwierven voorts zijne „English poets” wegens de wélgeslaagde vertalingen. Na zijn ontslag ontving hij eene betrekking bij de hypotheekbank te Dresden, en werd er in 1866 tot eersten directeur benoemd.

< >