Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fresenius

betekenis & definitie

Fresenius (Karl Remigius), een verdienstelijk Duitsch scheikundige, geboren te Frankfort aan de Main den 28sten December 1818, bezocht er het gymnasium en legde zich daarna toe op de pharmacie. Inzonderheid zocht hij zich bekend te maken met de scheikunde en besteedde zijn vrijen tijd aan de oplossing van vraagstukken der analytische chemie. Hij oefende zich verder op de hoogescholen te Bonn en te Gieszen, werd hier privaat-assistent aan het laboratorium van Liebig, zag er zich in 1843 geplaatst als privaat-docent, en werd in 1845 hoogleeraar in de schei-, natuur- en werktuigkunde aan de landbouwschool te Wiesbaden. Hier stichtte hij met subsidie van de regering een laboratorium voor het onderwijs van jonge lieden, hetwelk in 1848 geopend en in 1852 en 1855 aanmerkelijk vergroot werd, terwijl men het in 1862 verbond met eene school voor artsenijmengkunde.

Deze inrigting heeft in Duitschland en buiten zijne grenzen een roemrijken naam. Het aantal studenten bedraagt er echter gemiddeld slechts 40, terwijl Fresenius door 4 assistenten wordt bijgestaan. In 1855 verkreeg hij den titel van geheim Hofraad. Van zijne algemeen bekende geschriften noemen wij: „Anleitung zur qualitativen chemischen Analyse (1841, elfde uitgave 1862)”, een boek, dat in bijna alle Europésche talen is overgezet, — „Anleitung zur quantitativen chemischen Analyse (1846, vijfde uitgave 1864)’’,— en „Lehrbuch der Chemie für Landwirthe, Forstmänner und Kameralisten (1847)”. Eindelijk heeft hij veel werk gemaakt van de scheikundige analyse van de belangrijkste minerale wateren, en de uitkomsten van zijn onderzoek in tijdschriften en afzonderlijk uitgegevene opstellen medegedeeld.

< >