Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dsjagga

betekenis & definitie

Dsjagga, Djaga of Jagga is de naam van eene schilderachtige bergstreek in het oosten van Zuid-Afrika tusschen 3 en 3 ½° Z. B. Daar vindt men een aantal bronrivieren van de Roefoe of Loefoe, wier benedenloop den naam draagt van Pagani en op 51/2° Z. B. zich uitstort in den Indischen Oceaan.

Voorts verheffen er zich de hoogste sneeuwtoppen van Afrika, namelijk de groote en kleine Kilima-Ndsjaro, — de eerste 6000, de tweede 5300 Ned. el hoog. De sneeuwgrens ligt er ter hoogte van 5000 Ned. el. Zij bestaan hoofdzakelijk uit trachiet en basalt en zijn alzoo van vulkanischen oorsprong, terwijl de nabijgelegene hoogvlakten van glimmerlei gevormd zijn. Van die reuzentoppen dalen onderscheidene stroomen naar de vlakten en bezorgen daaraan eene groote mate van vruchtbaarheid, zoodat vooral de bananen er welig groeijen. Het klimaat is er in de hooggelegene dalen kil en guur, doch zeer gezond.

De bewoners van Dsjagga of Wa-Dsjagga, door hunne naburen Wa-Kilima (bergbewoners) genoemd, leven op de zuid- en zuidwestelijke hellingen verstrooid en houden zich hoofdzakelijk bezig met landbouw en veeteelt. Zij zijn krachtig van ligchaamsbouw, zindelijk en kunstvaardig, en beter ontwikkeld dan andere volken uit den omtrek. Voorts vormen zij eenige despotisch geregeerde Staten, en hunne taal is een tongval van de algemeene taal, die zich van de landen der Galla’s tot aan die der Kaffers uitstrekt. Het land en bepaaldelijk de Kilima-Ndsjaro is in 1848 ontdekt door den zendeling Rebmann, en zijne berigten werden bevestigd door von der Decken (zie onder dezen naam).

< >