Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Digitaline

betekenis & definitie

Digitaline noemt men eene uit het zaad en de bladeren van gewoon vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) verkregene extractiefstof. Men bereidt deze door de gedroogde en tot poeder gewrevene bladeren in koud water te laten trekken, waarna men het aftreksel neêrslaat met basisch-azijnzuur lood, het filtreert, en het overtollige lood neêrslaat met koolzuur natrium, — voorts de magnésia, de kalk en de digitaline met looizuur. Men wrijft dezen neerslag in vochtigen toestand fijn met loodglit, digereert dien met wijngeest, ontkleurt het filtraat met kool, verdampt het en kookt het met aether.

Dan blijft de digitaline achter in den vorm van een zeer bitter, weinig in water, maar zeer gemakkelijk in alkohol oplosbaar, ongekristalliseerd poeder, dat zich bij 200° C. ontbindt. In zwavelzuur lost zij op met eene bruinachtig zwarte, daarna roode, — in zoutzuur met eene gele, daarna groene kleur, terwijl zij met azijnzuur eene kleurlooze oplossing vormt. Digitaline is een zwaar vergif, maar komt in de geneeskunde zeer te pas tot verbetering eener onregelmatige werking van het hart. Men beweert, dat men het in den laatsten tijd ook als een kristalliseerbaar alkaloïde verkregen heeft.

< >