Onder dezen naam vermelden wij :
Pierre François Aimé Auguste, graaf Dejean, luitenant-generaal in Fransche dienst en een beroemd entomoloog. Hij werd geboren te Amiens den 10den Augustus 1780, studeerde eerst in de geneeskunde, trad vervolgens in dienst en vergezelde zijn vader, die chef was van het genie-corps, op den veldtogt naar de Nederlanden.
Later onderscheidde hij zich in Spanje als commandant van een regiment dragonders, en woonde nagenoeg alle veldslagen bij in den oorlog met Rusland (1812). Bij Waterloo was hij adjudant van Napoleon, en van hem waren de politieke berigten afkomstig, gedrukt in de „Portefeuille de Bonaparte saisi à Waterloo”, die hem na de 2de Restauratie het vonnis der verbanning op den hals haalden. In 1818 naar zijn Vaderland teruggekeerd, werd hij in 1824 opvolger van zijn vader als lid van de Kamei; der Pairs, maar bleef non-actief tot 1830. Toen nam hij deel aan den togt naar België. Tevens heeft graaf Dejean grooten roem verworven als entomoloog, vooral met betrekking tot de kevers.
Van jongs af legde hij zich daarop toe, en zijne krijgstogten in Spanje en elders dienden te gelijker tijd om zijne verzameling uit te breiden, waartoe hij gedurende zijne ballingschap ook eene reis deed naar Illyrië, zoodat er ten laatste geen kabinet van Schildvleugeligen op het vasteland van Europa bestond, dat met het zijne kon worden vergeleken. Hij vervaardigde daarvan een catalogus, die van 1833 tot 1837 uitgegeven werd en onmisbaar is voor alle dierkundigen. Voorts wordt zijn onvoltooid gebleven boek „Species générales des coléoptères (1825—1837, 6 dln)”, opgehelderd door zijne „Iconographie des coléoptères d’Europe (1829—1836, 5 dln)”, als gezaghebbend beschouwd. Hij overleed in Maart 1845.
Jean François Aimé, graaf Dejean, den vader van den voorgaande. Hij werd geboren den 6den October 1749 en overleed te Parijs den 12den Mei 1824. Van 1802 tot 1809 was hij minister van Oorlog en ontwikkelde in die betrekking een ongemeenen ijver. Na de eerste Restauratie benoemden de Bourbons hem tot pair en tot gouverneur der militaire school, doch hij verloor die betrekkingen, omdat hij zich gedurende de Honderd dagen aan de zijde van Napoleon schaarde. In 1819 nam hij weder zitting in de Kamer der Pairs, waar hij zich een voorstander betoonde van het constitutionéle stelsel. Ook heeft hij eenige werken over krijgszaken in het licht gegeven.