Daponte (Lorenzo), een beroemd Italiaansch opera-dichter, werd geboren te Ceneda op Venetiaansch gebied den 10den Maart 1749, bezocht het geestelijk seminarium te Treviso en werd er in 1771 tot hoogleeraar benoemd.
Wegens zijne vrijzinnige denkbeelden ontving hij zijn ontslag en begaf zich naar Venetië, waar hij een los en avontuurlijk leven leidde. Minnarijen met aanzienlijke vrouwen, ketterij en hekeldichten op de bewindslieden der Republiek bedreigden hem met de geestelijke en wereldlijke inquisitie, zoodat hij zich in allerijl op de vlugt begaf. Hij vond eerst eene wijkplaats te Görz en later te Dresden, waar hij opera-teksten en psalmen schreef en in graaf Marcolini een beschermer verwierf. Nieuwe liefdesavonturen noodzaakten hem, om naar Weenen te gaan, waar hij door tusschenkomst van Saliéri van Jozef II de benoeming ontving van schouwburgdichter bij de Italiaansche opera. Nu schreef hij opera-teksten voor de beroemdste toonzetters, en de „Bruiloft van Figaro” en de „Don Juan” — beide met muziek van Mozart — bezorgden hem een algemeenen bijval.
Na den dood van Jozef II begaf hij zich naar Triëst, waar hij met eene dochter van een Engelsch koopman in het huwelijk trad, en met deze naar haar vaderland reisde. Na vruchtelooze pogingen om hier of in Nederland goed geplaatst te worden, verwierf hij eindelijk de betrekking van tooneeldichter aan een Italiaanschen schouwburg te Londen. Toen hij die verloor, legde hij zich toe op den boekhandel, en dewijl hij daarin niet slaagde en door schuldeischers lastig gevallen werd, ging hij naar New-York, werwaarts zijne vrouw en kinderen hem reeds vooruitgereisd waren, en viel er als onderwijzer in de Italiaansche taal zeer in den smaak. Dwaze ondernemingen bragten hem echter ook dáár in verlegenheid, en nadat hij op zijn 80ste jaar benoemd was tot professor in het Italiaansch aan het Columbia-collége, overleed hij te New-York den 17den Augustus 1838.
Behalve 36 tooneelwerken en operateksten, leverde hij onderscheidene Italiaansche vertalingen van Engelsche werken. Zelf beschreef hij zijn veelbewogen levensloop in zijne „Memoirs (1823-1827, 4 dln, 2de uitgave 1849, 3 dln)”. — Zijn zoon Lorenzo, geboren te Londen in 1805 en overleden te New-York in 1841, heeft zich bekend gemaakt door eene „History of the Florentine Republic (1833, 2 dln)”.