Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cats (van)

betekenis & definitie

Van Cats is de naam van een Nederlandsch adellijk geslacht. Daartoe behoorden:

Nicolaas van Cats, vrijheer van Cats, Catshoek enz. Hij was veldoverste van den Roomschen koning Willem II en vervulde eene belangrijke rol tijdens de zamenspanning der Kennemers tot verdelging van den Hollandschen adel. Die oproerige hoop kwam in 1268 binnen Utrecht, doch werd er door Sweder van Beusichem in 1270 uit verjaagd, en toen de Kennemers er zich nogmaals zochten te nestelen, verscheen Cats, als voogd van Floris V, met 500 man vóór de stad, bestormde hare vest, deed de twistende partijen de wapens nederleggen en verbande 1400 weêrspannigen uit Utrecht. Men houdt hem voor den eersten heer van Schoonhoven en voor den stichter van Gouda; hij overleed vóór het jaar 1293.

Nicolaas van Cats, heer van Cats, Catshoek enz., een zoon van den voorgaande. Hij bevond zich in 1299 bij de belegering van Dordrecht te Alblasserdam, en in het volgende jaar op het slot te Schoonhoven, toen Jan van Renesse met eene vloot met Zeeuwen vóór die stad kwam, om Jan II, graaf van Henegouwen en Holland, van laatstgenoemd graafschap te berooven. Cats wilde hen binnenlaten, doch de burgers weerden hen af en belegerden hem zelven op zijn slot. Hij moest zich overgeven zonder iets anders te kunnen bedingen dan het leven en werd met zijn zoon op het kasteel Nieuwburg bij Alkmaar gevangen gezet. In 1303 zag hij zich op vrije voeten gesteld, en toen in 1304 Wijt van Dampierre, zoon van den graaf van Vlaanderen, zich meester had gemaakt van een aantal Hollandsche steden, ondersteunde Cats, op zijn slot te Gouda, gevestigd , de vreemdelingen tegen zijn Vaderland. Kort daarna begaf hij zich naar zijn slot te Schoonhoven, maar werd ook toen weder door de ingezetenen gevangen genomen en naar Dordrecht gebragt, waar inmiddels Witte van Haamstede met zijne Haarlemmers en Kennemers was aangekomen. Nu trok men naar Schoonhoven om het slot te belegeren, hetwelk door Hendrik van Cats, oudsten zoon van Nicolaas, dapper verdedigd werd. Om hem tot de overgave te noodzaken, bond men zijn vader aan een werptuig nabij het slot, zoodat er na onderhandelingen eene overeenkomst werd gesloten, volgens welke Nicolaas en zijn zoon ’s Graven gevangenen zouden blijven.

Jacob van Cats, ridder, heer van Cats, Catshoek enz. Hij was een gunsteling van Filips van Bourgondië en werd door dezen aangesteld tot dijkgraaf van Schouwen en baljuw van Zierikzee. Maria van Bourgondië benoemde hem tot slotvoogd van Gouda, Maximiliaan van Oostenrijk sloeg hem in 1486 tot ridder, en hij schijnt zich in den Jonker-Fransen-oorlog zeer te hebben onderscheiden, zoodat de Vorst hem begiftigde met al de goederen in de stad Gouda, die aan ongehoorzame ingezetenen van Rotterdam toebehoorden.

Willem van Cats, heer van Cats enz., in zijn tijd één der voornaamste edelen van Zeeland. Hij genoot het vertrouwen van Willem I, prins van Oranje, en werd door dezen in 1576 naar Goes gezonden, ten einde deze stad over te halen, om zich met den Prins te verzoenen. In 1578 werd hij gemagtigd, om in Goes en Zuid-Beveland goede orde te stellen op het stuk van godsdienst. Vermoedelijk was hij tegenwoordig bij de onderneming van prins Maurits tot ontzet van Hulst (1594).

Jonkheer Joris van Cats, heer van Coulster, een kleinzoon van den voorgaande. Hij diende als zee-officier en onderscheidde zich in den oorlog tegen Spanje onder de bevelen van Marten Harpertz. Tromp. Als schout-bij-nacht was hij in 1639 bij den slag van Duins en droeg niet weinig bij tot de overwinning. In 1642 zeilde hij met 5 schepen uit de Maas, om aan Tromp bijstand te bieden, en in den aanvang van den oorlog met Engeland (1652) werd hij als vice-admiraal met 14 schepen naar de Middellandsche Zee gezonden, om er den vijand op te zoeken. Ter reede van Livorno vond hij den Engelschen vlootvoogd Appleton met 3 oorlogschepen en 4 koopvaarders. Daar hij toeliet dat deze, in weerwil van zijne aanvankelijke bedreiging, aldaar losten, wekte hij de misnoegdheid der Algemeene Staten, die hem door Jan van Galen vervingen.

< >