Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Cancrin

betekenis & definitie

Cancrin (Georg, of Jegor Franzowitsj, graaf), een Russisch generaal en minister van Financiën, werd geboren te Hanau den 8sten December 1774. Zijn vader, een uitstekend werktuigkundige en de schrijver van „Grundzüge der Berg- und Salzwerkskunde (1773— 1791, 13 dln)”, begaf zich op aanzoek van Catharina II in 1783 naar Rusland, waar hij belast werd met het toezigt op de zoutmijnen te Staraja Russa in het gouvernement Nowgorod, en in 1816 overleed. Zijn zoon bezocht het gymnasium te Hanau en studeerde te Gieszen en Marburg in de regten. Na vruchtelooze pogingen, om eene ambtenaarsbetrekking in Hessen te bekomen, werd hij in Anhalt-Bernburg tot regéringsraad benoemd.

Die post was hem echter geenszins voldoende. Weggesleept door de beginselen der groote Fransche omwenteling, schreef hij in die dagen „Dagobert, Geschichte aus dem jetzigen Freiheitskriege (1796)”, — een roman, die later aan zijne vijanden de voor hem niet zeer aangename gelegenheid schonk, om hem van democratische gevoelens te beschuldigen. In 1796 werd hij adjunct van zijn vader, doch verkreeg weldra eene betrekking bij het departement van Binnenlandsche Zaken — en niet lang daarna die van opzigter over de Duitsche koloniën des rijks. Om zich toegang tot de militaire dienst te verschaffen schreef hij een boek over de verpleging der troepen, zoodat hij in 1811 tot adjunct van den proviandmeester-generaal met den titel van staatsraad en in 1812 tot intendant-generaal der Westerarmée benoemd werd, welke hij naar Duitschland volgde, nadat hem vooraf de rang was toegekend van luitenant-generaal. Zijn uitstekend bestuur werd door Alexander I opgemerkt en bezorgde hem in 1813 de betrekking van intendant-generaal van het geheele leger. Na den terugkeer der troepen uit Frankrijk voerde Cancrin van wege Rusland de onderhandeling over de schadevergoeding van oorlogskosten, en verkreeg voor den Czaar eene som van 30 millioen francs. Door de intrigues der oud-Russische partij belaagd, verzocht hij een onderzoek van zijne handelingen en werd niet alleen glansrijk geregtvaardigd, maar ook bevorderd tot lid van den Raad van Oorlog en kort daarna tot lid van den Rijksraad. Hij schreef vervolgens 2 werken, die hem eene duurzame plaats bezorgden onder de staathuishoudkundigen van Europa, namelijk „Weltreichthum, Nationalreichthum und Staats- wirthschaft (1821)" en „Ueber die Militärökonomie in Frieden und im Kriege, und über die Wechselverhälitnisz zu den Operationen (1822—1823, 3 dln).” Het gevolg hiervan was, dat hij in 1823 na den dood van den baron von Campenhausen door Alexander I tot minister van Financiën benoemd werd.

In die betrekking is hij de weldoener geworden van Rusland, daar hij door zijne geldelijke maatregelen een aantal nieuwe bronnen van welvaart wist te openen. Keizer Nicolaas schonk hem zijne vriendschap en bleef op hem vertrouwen, in weerwil van den gestadigen tegenstand der Oud-Russische partij. Het hoofddoel van Cancrin was, het geschokte staatscrediet te herstellen en de financiën des rijks naar vaste beginselen te regelen. Slechts een man van zoo vlekkelooze eerlijkheid en van zoo groote wetenschappelijke bekwaamheid als hij, kon de Russische vooroordeelen en zelfs nu en dan de afkeerigheid van den Czaar overwinnen. Hij heeft echter zijne maatregelen met vastheid doorgezet, al moesten de bijzondere belangen der ingezetenen er ook onder lijden.

Op gevorderden leeftijd (1845) schreef hij te Parijs „Die Oekonomie der Gesellschaft'1, waarin hij zocht aan te toonen, dat in Rusland eene levenskracht sluimert, die alleen door de autocratie kan worden gewekt. Op herhaald verzoek ontving hij in 1844 zijn eervol ontslag, doch onder voorwaarde, dat hij als lid van den Rijksraad ook verder aan het staatsbestuur zou deelnemen. Hij begaf zich toen naar Parijs, doch keerde weldra naar Petersburg terug, waar hij den 22sten September 1845 overleed. Hij heeft veel voor Rusland gedaan en vooral ook ijverig gewerkt, om den aanleg van spoorwegen, van kanalen enz., het ontstaan van waarborg- en nijverheidsmaatschappjjen enz. te bevorderen. Zijn schrander inzigt in die zaken werd algemeen bewonderd.

< >