Brockes (Barthold Heinrich), een Duitsch dichter, werd geboren te Hamburg den 22sten September 1680, studeerde in de regten,volbragt eene reis door Duitschland, Italië, Zwitserland, Frankrijk en de Nederlanden, en keerde in 1704 naar zijne geboorteplaats terug, waar hij ambteloos leefde en zijne dagen wijdde aan de muziek en de schilderkunst. Zijn oratorium “Der fiir die Simden der Welt gemarterte und sterbende Jesus” vond een verbazenden bijval. Hierop volgde de “Bethlehemitische Kindermord” en hij verwierf vooral in het buitenland zoo grooten roem, dat hij te Hamburg tot senator gekozen en met onderscheidene belangrijke zendingen naar Weenen, Kopenhagen, Berlijn en Hannover belast werd.
Daarenboven bekleedde hp aanzienlijke stedelijke ambten en zag zich in 1785 benoemd tot ambtenaar te Ritzebüttel. Hier bezong hij op een naar zijn naam genoemd buitenverblijf het “Landleben zu Ritzebüttel” — eene reeks van goed geslaagde zee-tafereelen, die het 7de deel vormen van zijn “Irdisches Vergnügen in Gott (1721—1748, 9 dln)”. Na zijn terugkeer in Hamburg werd hij bevelhebber der schutterij, protoscholarch en eindelijk Keizerlijk Pfalzgraaf. Hij overleed den 16den Januarij 1747. Ook heeft hij “Pope's Essay on men”, en “Thompson’s Seasons” in het Hoogduitsch overgebragt, en een “Schwanengesang (1747)” gedicht.