Onder dezen naam vermelden wij:
Jaques Blanchard, een historieschilder en een van Frankrijks beste coloristen, zoodat hij de Fransche Titiaan werd genoemd. Hij werd geboren te Parijs en genoot het onderwijs van Niccolo Lolleri en Horace Leblanc. Geruimen tijd werkte hij te Rome en te Venetië, schilderde voor den hertog van Savoye te Turijn 8 groote stukken, vestigde zich in zijn vaderland eerst te Lyon en vervolgens te Parijs, waar hij 13 schilderijen vervaardigde met mythologische figuren voor de Bullion, werd er lid van de Academie, en overleed reeds in 1638.
Nicolas François Blanchard, een van de eerste luchtschippers. Hij werd geboren in 1738 te Andelys in het Fransche departement Eure, legde zich reeds vroeg toe op de werktuigkunde en vond op 16-jarigen leeftijd een kunstigen wagen uit, waarmede hij een afstand van 7 uren gaans kon afleggen; hij verbeterde deze uitvinding en werd hierdoor bekend aan het Hof te Versailles. Toen hij 19 jaar oud was, vervaardigde hij een vernuftig uitgedacht waterwerktuig, maar tevens hield hij zich onvermoeid bezig met zijn lievelingsdenkbeeld, namelijk het vliegen. Hij bedacht een vliegend schip, hetwelk zich door een tegenwigt van 3 Ned. pond 6½ Ned el boven den aardbodem verhief. Geen wonder derhalve, dat de uitvinding van de luchtballon door de gebroeders Montgolfier en hare verbetering door Charles in hooge mate zijne belangstelling wekten. Nadat hij den 4den Maart 1784 de eerste luchtreis volbragt had, vloog hij op den 7den Januarij 1785 met Dr. Jefferies over het kanaal van Dover naar Calais. De Koning van Frankrijk beloonde zijne stoutmoedigheid met een geschenk van 12000 en eene jaarwedde van 1200 francs.
In hetzelfde jaar ondernam hij te Londen eene nieuwe luchtreis, waarbij hij zich van het door hem of door Etienne Montgolfier uitgevondene valscherm bediende. Voorts bragt hij de luchtscheepvaart over naar de Nieuwe wereld, waar hij den 9den Januarij 1793 te Philadelphia opsteeg, waarbij onderscheidene vrouwen hem vergezelden. Gedurende eene reis door Duitschland in laatstgenoemd jaar werd hij wegens zijne revolutionaire taal in hechtenis genomen en op de vesting Kufstein in Tyrol in de gevangenis geworpen; hij verkreeg echter weldra zijne vrijheid. In 1796 deed hij te New-York zijne 46ste luchtreis, en in 1798 steeg hij te Rouaan met 16 personen in een groot luchtschip omhoog en bereikte op een afstand van 6 uren gaans den vasten grond. In het jaar 1807 heeft hij 66 luchtreizen zonder eenigen rampspoed volbragt. Hij noemde zieh aëronaut der beide halfronden, burger van de voornaamste steden der Oude en Nieuwe wereld, lid van buitenlandsche Académiën en pensionaris van het Keizerrijk, en overleed den 7den Maart 1809.— Zijne echtgenoote, geboren in 1774, zette het luchtreizen voort, maar kwam daarbij op eene noodlottige wijze om het leven. Den 6den Junij 1809 steeg zij voor de 67ste maal te Tivoli bij Parijs omhoog, doch de ballon geraakte in brand door het vuurwerk, hetwelk zij medegenomen had en zij stortte neder op eene der huizen van Parijs.