Bij een ondermandaat heeft de gemandateerde de mogelijkheid om het mandaat te verlenen aan een ander orgaan binnen de organisatie.
Wanneer een persoon een aanvraag doet bij de minister om een bepaalde voorziening, zal de minister een besluit nemen op grond van de relevante wetgeving. In een dergelijk geval heeft de minister de mogelijkheid de aanvraag van de burger toe of af te wijzen, al zal de minister niet hoogstpersoonlijk oordelen over de aanvraag. Over het algemeen krijgen ambtenaren die werkzaam zijn op het ministerie van de betreffende bewindspersoon de mogelijkheid om in naam van de minister te beslissen over de aanvraag. In een dergelijk geval is er sprake van een mandaat. De gemandateerde zal vervolgens het besluit nemen en ondertekenen in naam van de minister. Indien de mandaatgever (in dit geval de minister) aan de gemandateerde de mogelijkheid heeft gegeven tot ondermandaat, kan de ambtenaar in kwestie er voor kiezen om het mandaat door te geven aan een ander orgaan binnen de organisatie.
