Vastgoedmanagement

Willem G. Keeris (2018-2019)

Gepubliceerd op 30-05-2019

Belasting Toegevoegde Waarde

betekenis & definitie

Belasting Toegevoegde Waarde is de algemeen gehanteerde wettelijke benaming voor de door de fiscus geheven omzetbelasting op de verkoopprijs van afgenomen goederen, producten en diensten, conform een nader bepaalde procentuele tariefstelling.

Ook wel genoemd: btw en omzetbelasting.

Zie ook: belasting (fiscaal), diensten, goederen, omzetbelasting en product. De belasting wordt geheven op basis van een door de rijksoverheid vastgesteld percentage, waarbij drie basisniveaus worden gehanteerd, met daarnaast afwijkende tarieven voor meer specifieke situaties, te weten:

•Het nul-tarief van 0 %.
•Het laag-tarief van 6 %.
•Het hoog-tarief van 21 %.
•Het aangepaste tarief, waarvan het percentage onderwerp afhankelijk is.

De eerste drie punten geven de tarieven aan, die in rekening gebracht moeten worden conform de geldende btw-richtlijnen voor de betreffende situatie. Terwijl het bij het laatste punt gaat om de verrekening van betaalde btw. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden van het privé kunnen verrekenen van een deel van de betaalde btw, zoals voor verreden zakelijke kilome-ters. Het tarief drukt min of meer de mate van het algemeen belang uit. Zo zijn bijvoorbeeld uitgaven in het kader van wonen, onderwijs, postvoorzieningen en de financiële afhandelin-gen van banken, belast met het nul-tarief. En het dagelijkse voedsel en lectuur met het laag-tarief.

Terwijl via een bijgesteld btw-tarief ook de werkgelegenheid in sommige bedrijfstak-ken ondersteund wordt ten opzichte van andere beroepsgroepen, of om andere redenen van maatschappelijk belang zo financiële ondersteuning geboden wordt. Zoals een tijdelijke invoe-ring van het lage btw-tarief voor onderhouds- en renovatiewerkzaamheden, wanneer de bouwsector politiek gezien een steuntje in de rug nodig heeft.

De belasting is gericht op het belasten van de waarde-ontwikkeling per betrokken marktpartij in de gehele keten gedurende het totstandkomingsproces van een product, goed, of dienst. Het systeem van de heffingen is dan ook zo ingericht, dat de betreffende producent de bij de in-koop betaalde btw bij de fiscus kan terugvorderen en de bij de verkoop in rekening gebrachte btw moet afdragen. Ten laste van die inkoper-verkoper komt dus slechts het verschil tussen die twee btw-bedragen. En dat btw-bedrag heeft dan betrekking op de door deze producent gecreëerde prijsverhoging, ten gevolge van de toegevoegde waardevermeerdering. Vandaar de benaming: toegevoegde waarde. De consument, als de eindafnemer en daardoor de laatste schakel in deze keten, kan de bij de inkoop betaalde btw niet meer terugvorderen.

Zie ook: consument(en), heffing, markt, ontwikkeling, prijs, prijszetting en waarde.

Dit laatste geldt dus ook voor de koper van een vastgoedobject. Indien echter dit object als bedrijfsmiddel wordt gebruikt, kunnen in principe de btw-heffingen over de daarmee samen-hangende te maken kosten worden teruggevorderd. Vereist is dan dat de eindafnemer van het product, goed, of dienst, nog geen partij is en de functionaliteit van dat vastgoedobject betrek-king heeft op het productieproces van de eigenaar. Het gebruik van dat object moet dan ook belast zijn met btw. Deze verandering moet bij de fiscus aangevraagd worden en heet het ‘op-teren voor de btw’. Zie ook: bedrijf, eigenaar, functionaliteit, koper, kosten, middel, object, productieproces en vastgoedobject. Aangezien wonen vrijgesteld is van btw, kan een verhuurder van een woning geen btw over de huur bij de huurder in rekening brengen. De verhuurder is dan de eindafnemer. Zodoende zijn de initiële investeringen en de feitelijke exploitatielasten dan ook inclusief btw-bedragen.

Zie ook: exploitatiekosten, huur, huurder, initiële investering, verhuurder en wonen.

Indien de eindafnemer van een verhuurwoning één schakel in de keten verder wordt opgescho-ven, door de woning eerst te verhuren aan een onderneming, die de feitelijke verhuur daarvan verzorgt als (een van) haar bedrijfsdoelstelling(en), dan kan de btw wel teruggevorderd wor-den. De tussengeschoven onderneming heeft weinig toegevoegde waarde en het geheel is daardoor een aantrekkelijke financiële constructie. Het Rijk heeft dan ook via reparatiewetge-ving de toepassing ervan beperkt. Zie ook: onderneming.

In de sector commercieel vastgoed is bepalend, of de producten, goederen, of diensten van de huurder met btw zijn belast of niet. Voor huurders, die in een en hetzelfde gehuurde object zowel met btw-, als zonder btw belaste activiteiten verrichten, heeft het Rijk een grenswaarde bepaald: indien minimaal 90 % van alle activiteiten in totaal met btw belast is – voor make-laars en werkgeversorganisaties 70 % –, dan geldt dit voor alle activiteiten. Zodoende kan niet meer geopteerd worden voor de btw, indien niet aan de eis voldaan wordt. Voor lopende huurovereenkomsten geldt een overgangsperiode tot het einde van de herzieningsperiode.

Zie ook: commercieel vastgoed, herzieningsperiode, huurcontract en makelaar.

Het heeft voor de verhuurder consequenties indien de aard en samenstelling van de prestaties van de huurder verkeerd zijn gewaardeerd, of wanneer tussentijds hierin wijzigingen optre-den, zodat de genoemde grenswaarde van 90 %, c.q. 70 %, wordt onderschreden. De fiscale correctie vindt voor de huurder – en dus ook voor de verhuurder –, met terugwerkende kracht plaats.

Zie ook: prestatie en waarderen.

Het met de fiscus niet-verrekenbare, niet-terugvorderbare gedeelte van de totale btw moet als exploitatielasten worden verwerkt. Dat wordt aangeduid als de ‘niet-verhaalbare btw’.

Zie ook: Belasting Toegevoegde Waarde (niet verhaalbare).

Tags: bedrijf – belasting (fiscaal) – Belasting Toegevoegde Waarde (niet verhaalba-re) – btw – commercieel vastgoed – diensten – eigenaar – exploitatiekosten – functionali-teit – goederen – herzieningsperiode – huur – huurcontract – huurder – initiële investering – koper – kosten – makelaar – middel – niet-verhaalbare btw – object – omzetbelasting – on-derneming – opteren voor de btw – product – productieproces – vastgoedobject – verhuurder – wonen.