Activeren is de algemeen gehanteerde benaming voor de boekhoudkundige ingreep, om op de balans in het betreffende boekjaar zichtbaar te maken het effect van een investering ten aanzien van een duurzame verbetering.
Dat investeringseffect kan verkregen worden hetzij door een direct toe te rekenen positieve waarde-ontwikkeling van het vastgoedobject, dan wel indirect via (aangenomen) hogere huuropbrengsten. In dat laatste geval kan dit uitgedrukt worden door het opvoeren ineens van de daarvoor gemaakte lasten. Of door het evenredig verdeeld opvoeren ervan over de periode van de aangenomen werkingsduur van het − aan de gedane investeringen ten grondslag liggende − beoogde effect.
Het begrip wordt ook gehanteerd voor het verwerken van de rente, zoals bij een project in ontwikkeling en uitvoering. Zo kan de bouwrente over het ingebrachte eigen vermogen, waarover rente betaald zou moeten worden in het geval daarvoor vreemd vermogen was aangetrokken, geactiveerd worden op basis van de intern gehanteerde rentevoet.
Zie ook: geactiveerde kosten
Bij de bepaling van de hoogte van de te activeren, gemaakte, of naar verwachting te maken kosten, moet uitgegaan worden van de initiële en bij-investeringskosten, welk bedrag echter niet hoger mag zijn dan de toegekende bedrijfswaarde. Komt het bedrag boven de bedrijfswaarde uit, dan kan het gedeelte ervan dat boven de boekwaarde uitkomt, worden geactiveerd. Blijft het bedrag onder de bedrijfswaarde, dan kan het gehele bedrag worden opgevoerd.