zeiken - Werkwoord
1. (informeel) veelvuldig en langdurig klagen over weinig belangrijke zaken
♢ Zit toch niet zo te zeiken!
2. (inerg) (dysfemisme) urineren
♢ Die rotkater heeft weer op die plek gezeken.
3. (onpr), (informeel) stortregenen
♢ Het zeikt buiten.
Woordherkomst
van Middelnederlands seiken
Synoniemen
[1] drammen, zaniken, zeuren
[2] plassen, urineren, wateren, pissen
[3] regenen
Verwante begrippen
zeik, zeikwijf, luchtzeik, paardenzeik, uilenzeik
Gepubliceerd op 30-10-2017
zeiken
betekenis & definitie