Gepubliceerd op 30-10-2017

zeep

betekenis & definitie

zeep - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde) (huishouden) substantie waarmee schoon gemaakt wordt; heeft een ontvettende werking
2. een stuk van bovengenoemde substantie
Geef mij de zeep eens aan.

zeep - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van zijpen
♢Ik zeep
♢Jij zeep
♢Hij, zij, het zeep

zeep - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zepen
♢ Ik zeep
2. gebiedende wijs van zepen
zeep!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zepen
zeep je?