Gepubliceerd op 31-10-2017

winterkoninkje

betekenis & definitie

winterkoninkje - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winterkoning
2. (vogels) in het alledaagse spraakgebruik gangbare naam ((zelfstandig verkleinwoord)) voor de winterkoningTroglodytes troglodytes

Woordherkomst
winterkoning met het achtervoegsel -kje]]; op te vatten als samenstelling van winter(zelfstandig naamwoord) en koninkje(zelfstandig naamwoord) {{ebank