week in - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inweken
♢ Ik week in
2. gebiedende wijs van inweken
♢ week in!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inweken
♢ week in je?
Gepubliceerd op 31-10-2017
week in
betekenis & definitie