week achteruit - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van achteruitwijken
♢Ik week achteruit
♢Jij week achteruit
♢Hij, zij, het week achteruit
Woordherkomst
uit week (werkwoord) en achteruit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Gepubliceerd op 31-10-2017
week achteruit
betekenis & definitie