Gepubliceerd op 31-10-2017

ware

betekenis & definitie

ware - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van waar
Die insecten zijn een ware plaag.

ware - Werkwoord
1. aanvoegende wijs verleden tijd van zijn
De auto auto zweeft als het ware over de weg.
Hij werd onthaald als ware hij de koning in eigen persoon.

ware - Werkwoord
1. aanvoegende wijs van waren