Gepubliceerd op 31-10-2017

wapenen

betekenis & definitie

wapenen - Werkwoord
1. (ov) voor de strijd uitrusten
zij wapenden de soldaten met geweren
2. (ov) uitrusten met iets, versterken
zij wapenden het beton met veel ijzer
Het boek wapent de lezer met de benodigde vaardigheden en kennis.
3. (refl) zich ~ met: zich van bescherming of wapens voorzien
Ze wapenen zich met wat ze mee kunnen brengen, van stokken tot pistolen, jachtgeweren tot kalasjnikovs.
4. (refl) zich ~ tegen: zich versterken ter bescherming tegen aanvallen, zich voorbereiden op aanvallen
De democratische rechtsstaat zal zich dienen te wapenen tegen ondermijning van zijn fundamentele waarden.

wapenen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wapen

Woordherkomst
Afgeleid van wapen.