uitrusten - Werkwoord
1. (ov) (militair), (scheepvaart) één of meer personen, vaar- of voertuigen e.d. voorzien van de benodigdheden voor een taak, expeditie of reis
♢ De vloot werd uitgerust met een nieuw radarsysteem.
uitrusten - Werkwoord
1. (inerg)zich ontspannen na vermoeiende of langdurige bezigheden
♢ We zijn bijna bij het bivak waar we kunnen uitrusten.
Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en rusten(werkwoord)
Synoniemen
toerusten
rusten, ontspannen, slapen
Antoniemen
ontmantelen, onttakelen
Verwante begrippen
recreëren, pauzeren
Gepubliceerd op 31-10-2017
uitrusten
betekenis & definitie