Gepubliceerd op 31-10-2017

uitrusten

betekenis & definitie

uitrusten - Werkwoord
1. (ov) (militair), (scheepvaart) één of meer personen, vaar- of voertuigen e.d. voorzien van de benodigdheden voor een taak, expeditie of reis
De vloot werd uitgerust met een nieuw radarsysteem.

uitrusten - Werkwoord
1. (inerg)zich ontspannen na vermoeiende of langdurige bezigheden
We zijn bijna bij het bivak waar we kunnen uitrusten.

Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en rusten(werkwoord)

Synoniemen
toerusten
rusten, ontspannen, slapen

Antoniemen
ontmantelen, onttakelen

Verwante begrippen
recreëren, pauzeren