uitval - Zelfstandignaamwoord
1. (militair) plotselinge actie vanuit een fort of belegerde stad
♢ De uitval kwam als een volslagen verrassing.
2. plotselingen uitbarsting van woede
♢ Die uitval werd hem niet in dank afgenomen.
3. ophouden te functioneren, niet tot wasdom komen
♢ Er is veel uitval onder de eerstejaars.
uitval - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvallen
♢... dat ik uitval
Woordherkomst
samenstelling van uit en val , (stam van het werkwoord vallen)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: