Gepubliceerd op 31-10-2017

uitval

betekenis & definitie

uitval - Zelfstandignaamwoord
1. (militair) plotselinge actie vanuit een fort of belegerde stad
De uitval kwam als een volslagen verrassing.
2. plotselingen uitbarsting van woede
Die uitval werd hem niet in dank afgenomen.
3. ophouden te functioneren, niet tot wasdom komen
Er is veel uitval onder de eerstejaars.

uitval - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvallen
♢... dat ik uitval

Woordherkomst
samenstelling van uit en val , (stam van het werkwoord vallen)