Gepubliceerd op 01-11-2017

uitkopen

betekenis & definitie

uitkopen - Werkwoord
1. (ov) door geld afkopen, iemand geld betalen om daardoor bepaalde rechten te verwerven of van bepaalde verplichtingen ontslagen te zijn, bijvoorbeeld als aandeelhouder iemands rechten als deelhebber afkopen
2. (ov) (een winkel)) geheel leegkoopen
3. (ov) (een voorraad) geheel opkoopen

uitkopen - Werkwoord
1. (refl) zich vrijkopen, afkopen

Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en kopen(werkwoord)

Synoniemen
[1]: afkopen
[2]: leegkopen
[3]: opkopen
[3]: overnemen
[1]: zich vrijkopen