trots - Bijvoeglijk naamwoord
1. erg blij met wat men (bereikt) heeft
2. vervuld van eigen grootheid
♢ Jullie moeten ons, trotse Grieken, lenen zonder voorwaarden op te leggen (en of we ooit terugbetalen, moeten jullie maar afwachten
3. (pejoratief) verwaand, hoogmoedig, hoovaardig, hooghartig
trots - Voorzetsel
1. ondanks.
trots - Zelfstandignaamwoord
1. denken dat men beter is dan anderen
2. het gevoel dat men wil pronken met wat men heeft of doet
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: