blij - Bijvoeglijk naamwoord
1. vrolijk van stemming
♢ Er waren veel blije mensen te zien bij de inauguratie van president Obama.
♢ Zij was heel blij toen zij de goede uitslag van haar examen hoorde.
Synoniemen
vrolijk, tevreden, verheugd
Antoniemen
chagrijnig, bedrukt, somber
Verwante begrippen
blijspel
Gepubliceerd op 30-10-2017
blij
betekenis & definitie