Gepubliceerd op 01-11-2017

trapsgewijs

betekenis & definitie

trapsgewijs - Bijvoeglijk naamwoord
1. op de wijze van een trap
Het publiek zit in een driekwart-cirkel trapsgewijs om de circuspiste.
2. in trappen, stap voor stap
De trapsgewijze invoering van de kilometerheffing.

Woordherkomst
Afgeleid van trap met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s-.

Synoniemen
[2] gradueel, stapsgewijs