trapsgewijs - Bijvoeglijk naamwoord
1. op de wijze van een trap
♢ Het publiek zit in een driekwart-cirkel trapsgewijs om de circuspiste.
2. in trappen, stap voor stap
♢ De trapsgewijze invoering van de kilometerheffing.
Woordherkomst
Afgeleid van trap met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s-.
Synoniemen
[2] gradueel, stapsgewijs
Gepubliceerd op 01-11-2017
trapsgewijs
betekenis & definitie