Gepubliceerd op 01-11-2017

totaal

betekenis & definitie

totaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. geheel
De totale productiewaarde van de sector steeg met 10%.
2. volkomen, volledig
De Europese top is uitgelopen op een totale mislukking.

totaal - Zelfstandignaamwoord
1. alle onderdelen tezamen
Het totaal is meer dan de som der delen.

Woordherkomst
afgeleid van het Latijnse tōtus met het achtervoegsel -aal