teerling - Zelfstandignaamwoord
1. kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen "één" tot en met "zes"
teerling - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teerlingen
♢ Ik teerling
2. gebiedende wijs van teerlingen
♢ teerling!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teerlingen
♢ teerling je?
Woordherkomst
afgeleid van terne met het achtervoegsel -ling
Synoniemen
dobbelsteen
Gepubliceerd op 01-11-2017
teerling
betekenis & definitie