teer - Zelfstandignaamwoord
1. een olieachtige vloeistof met een zeer hoge viscositeit
teer - Bijvoeglijk naamwoord
1. broos, breekbaar
♢ Dat zijn zeer tere bloemen.
teer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teren
♢ Ik teer
2. gebiedende wijs van teren
♢ teer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teren
♢ teer je?
Woordherkomst
Afkomstig van Germaans *terwo-, wat waarschijnlijk afkomstig is van *trewo- ( zie ook het Engelse 'tree'), van het Indo-Europese *drew ‘boom’. Cognaat van o.a. het Engelse tar, Duitse Teer en Zweedse tjära.
Verwante begrippen
delicaat, dun, fijn, gevoelig, iel, kies, kieskeurig, subtiel, tactvol, teder, verfijnd
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: