teder
teder - Bijvoeglijk naamwoord 1. zacht, delicaat, liefdevol ♢ Oh, wat heb ik toch een tedere kinderen, sprak de vader vertederd Verwante begrippen fijn, gevoelig, subtiel, teer, verfijnd, dierbaar
Nederlandstalige WikiWoordenboek
teder - Bijvoeglijk naamwoord 1. zacht, delicaat, liefdevol ♢ Oh, wat heb ik toch een tedere kinderen, sprak de vader vertederd Verwante begrippen fijn, gevoelig, subtiel, teer, verfijnd, dierbaar
Nederlands woordenboek voor onderwijs
teder - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: te-der 1. zacht en liefdevol ♢ hij raakte zijn verloofde teder aan Bijvoeglijk naamwoord: te-der ... is tederder dan ... het tederst ...
Nu slechts 21,95!
Friesch woordenboek
adj. & adv., tear; (zeer gevoelig) timsidich.
Modern Woordenboek (1930-1961)
('te:dər) bn. en bw. (-der, -st) 1. uit zwakke, fijne delen bestaand : een plantje. Syn. ➝ breekbaar. 2. tenger : een kindje. 3. spoedig aangedaan : een hart. ➝ snaar. 4. spoedig verkleurend : een -e kleur. 5. lastig, netelig : een -e taak. 6. verliefd : -e blikken; iemand aanzien. 7. innig : iemand beminnen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.