taai - Bijvoeglijk naamwoord
1. (materiaalkunde) moeizaam en plastisch vervormend onder mechanische belasting
♢ De gesmolten suiker vormde een steeds taaiere massa.
2. (kookkunst) moeilijk te snijden, kauwen (van vlees)
♢ Je moet een biefstuk snel aanbraden, te lang bakken maakt het bruin en taai.
3. (figuurlijk) vasthoudend, moeilijk te breken (van personen)
♢ De divisie stuitte op taai en fel verzet toen ze de stad probeerden in te nemen.
4. (figuurlijk) saai, langgerekt
♢ De leraar probeerde de taaie stof met levendige verhalen aantrekkelijker te maken.
Antoniemen
[2] mals
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: