Gepubliceerd op 02-11-2017

stem

betekenis & definitie

stem - Zelfstandignaamwoord
1. (biologie) het geluid dat ondermeer door het trillen van de menslijke stembanden wordt geproduceerd
De menselijke stem is uniek in de biologie.
2. (communicatie) het geluid dat een mens bij het spreken voortbrengt
Je herkent hem aan zijn donkere stem.
3. (muziek) het geluid dat een mens bij het zingen voortbrengt
Een countertenor met zijn hoge stem.
4. (muziek) een van de partijen van een vocaal of instrumentaal muziekstuk
De eerste stem van een partituur is zeer gegeerd omwille van de solo’s.
5. (muziek) één van de reeksen orgelpijpen met een eigen klankkleur, die de organist desgewenst kan laten meeklinken
Hoeveel stemmen heeft dit kerkorgel?
6. (sociologie) een mondeling of schriftelijk kenbaar gemaakte wilsuiting die bij het nemen van een beslissing of een verkiezing, medebepalend is
De stem van de dertiende partijgenoot was beslissend voor de herverkiezing.

stem - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stemmen
♢ Ik stem
2. gebiedende wijs van stemmen
stem!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stemmen
stem je?

Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=2
de stem van het geweten|het eigen geweten laten spreken
♦ num=6
een stem in het kapittel hebben|in een zaak stemgerechtigd zijn
♦ num=6
de stemmen zwijgen|onbesliste uitslag bij een stemming

Synoniemen
[5] orgelregister, register

Antoniemen
[1] stomheid
[6] monddood

Verwante begrippen
[1] gebrul, gegil, gegrom, kreet, gekreun, geluidssignaal, geroep, geschreeuw, spraak, spreekorgaan, tong, zang, [2] accent, heesheid, intonatie, logopedie, mededeling, schorheid, spraak, stentor, tongval, voorlezen, woord, [3] cantate, lied, melodie, opera, partij, polyfonie, wijsje, zang, [4] homofonie, koor, meerstemmig, partij, polyfonie, solo, [5] bourdon, fluit, trompet, vox humana, [6] beslissing, besluit, blanco, democratie, kiesdrempel, meerderheid, spreekrecht, uitslag, veto, verkiezing, voorkeursstem