stem - Zelfstandignaamwoord
1. (biologie) het geluid dat ondermeer door het trillen van de menslijke stembanden wordt geproduceerd
♢ De menselijke stem is uniek in de biologie.
2. (communicatie) het geluid dat een mens bij het spreken voortbrengt
♢ Je herkent hem aan zijn donkere stem.
3. (muziek) het geluid dat een mens bij het zingen voortbrengt
♢ Een countertenor met zijn hoge stem.
4. (muziek) een van de partijen van een vocaal of instrumentaal muziekstuk
♢ De eerste stem van een partituur is zeer gegeerd omwille van de solo’s.
5. (muziek) één van de reeksen orgelpijpen met een eigen klankkleur, die de organist desgewenst kan laten meeklinken
♢ Hoeveel stemmen heeft dit kerkorgel?
6. (sociologie) een mondeling of schriftelijk kenbaar gemaakte wilsuiting die bij het nemen van een beslissing of een verkiezing, medebepalend is
♢ De stem van de dertiende partijgenoot was beslissend voor de herverkiezing.
stem - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stemmen
♢ Ik stem
2. gebiedende wijs van stemmen
♢ stem!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stemmen
♢ stem je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=2
de stem van het geweten|het eigen geweten laten spreken
♦ num=6
een stem in het kapittel hebben|in een zaak stemgerechtigd zijn
♦ num=6
de stemmen zwijgen|onbesliste uitslag bij een stemming
Synoniemen
[5] orgelregister, register
Antoniemen
[1] stomheid
[6] monddood
Verwante begrippen
[1] gebrul, gegil, gegrom, kreet, gekreun, geluidssignaal, geroep, geschreeuw, spraak, spreekorgaan, tong, zang, [2] accent, heesheid, intonatie, logopedie, mededeling, schorheid, spraak, stentor, tongval, voorlezen, woord, [3] cantate, lied, melodie, opera, partij, polyfonie, wijsje, zang, [4] homofonie, koor, meerstemmig, partij, polyfonie, solo, [5] bourdon, fluit, trompet, vox humana, [6] beslissing, besluit, blanco, democratie, kiesdrempel, meerderheid, spreekrecht, uitslag, veto, verkiezing, voorkeursstem
Gepubliceerd op 02-11-2017
stem
betekenis & definitie