Gepubliceerd op 02-11-2017

standaard

betekenis & definitie

standaard - Zelfstandignaamwoord
1. (natuurkunde) datgene waaraan vergelijkbare zaken afgemeten worden (eenheid van maat, gewicht etc.)
In het verleden was soms de lengte van 's konings voet de standaard van lengte.
2. steun, stut, datgene wat iets staande houdt
Hij zette zijn fiets op de standaard.
3. herkeningsvlag, onderscheidingsvlag
Tijdens het koninklijke bezoek werd de koninklijke standaard geheven.
4. (economie) geldstelsel waarin een edel metaal tot wettelijke maatstaf van waarde is aangenomen b.v. goudstandaard
5. norm
6. (taalkunde) (als eerste deel van taalnamen) vorm zoals door een gezaghebbend instituut als correct of gangbaar voor een geheel taalgebied aangemerkt

standaard - Bijvoeglijk naamwoord
1. als regel, normaal

Woordherkomst
afgeleid van stand met het achtervoegsel -aard