Gepubliceerd op 02-11-2017

stadhouder

betekenis & definitie

stadhouder - Zelfstandignaamwoord
1. (geschiedenis) de plaatsvervanger van een afwezige vorst in een leen
Het ambt van stadhouder bleef bestaan, ook al werden de noordelijke Nederlanden een republiek.

Woordherkomst
Samenstellende afleiding van stad en houden met het achtervoegsel -er