springen - Werkwoord
1. ergatief na zich tegen de zwaartekracht afgezet te hebben een korte vrije val door de lucht maken in een bepaalde richting
♢ Hij sprong over de greppel.
2. (inerg) na zich tegen de zwaartekracht afgezet te hebben een korte vrije val door de lucht maken
♢ Er werd gesprongen en gerend.
3. ergatief traanvocht veroorzaken
♢ De tranen sprongen hem in de ogen.
4. ergatief plotseling breken of uit elkaar barsten
♢ Door aanraking met de vlam sprong het glas in duizend stukken.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ in de gaten springen
Gepubliceerd op 02-11-2017
springen
betekenis & definitie