Gepubliceerd op 02-11-2017

solo

betekenis & definitie

solo - Zelfstandignaamwoord
1. het alleen optreden
Zij zingt een solo.
2. het alleen uitvoeren van een reeks acties in een sportwedstrijd
Hij scoorde na een prachtige solo.

Verwante begrippen
[1] duo, duet, trio, kwartet, kwintet, sextet, septet, octet, nonet