solo - Zelfstandignaamwoord
1. het alleen optreden
♢ Zij zingt een solo.
2. het alleen uitvoeren van een reeks acties in een sportwedstrijd
♢ Hij scoorde na een prachtige solo.
Verwante begrippen
[1] duo, duet, trio, kwartet, kwintet, sextet, septet, octet, nonet
Gepubliceerd op 02-11-2017
solo
betekenis & definitie